De ontwikkeling van Grassen is flink doorgegaan en ze zijn nu volop in bloei. Dat ze veel biomassa hebben geproduceerd zie je aan het feit dat er door boeren gemaaid wordt. Bij het keren van het gras en bij het hooien wordt veel pollen in de lucht gebracht. Je ziet de wolken pollen dan vaak omhoog gaan. Gemakkelijk te herkennen soorten zijn Grote vossenstaart, Kropaar, Zachte en IJle dravik, Engels raaigras, Zwenkgrassen en ook steeds meer Glanshaver. Ze laten hun aren en pluimen zien en als ze openen komen de helmknoppen met het pollen tevoorschijn. Onder droge, zonnige en wat winderige weersomstandigheden laten de bloeiende grassen het pollen of stuifmeel vrij in de lucht. Dit is zeer sterk allergeen en meer dan twee miljoen mensen zullen dat dan ook merken. Ze krijgen flink last van hooikoortsachtige klachten: niessalvo’s, jeukende ogen, vermoeidheid, verminderde concentratie en slechter slapen.
Uit de groep van bomen en struiken gaan Naaldbomen en Lindes bloeien. Een aantal mensen kan op het pollen reageren, maar ook op de geurprikkel van Lindebloesem en dan last hebben van hooikoortsachtige verschijnselen. Dennen en Sparren geven tijdens hun bloei heel veel pollen af en doordat het pollen van deze naaldhoutsoorten twee luchtzakken heeft kan dit pollen over grote afstand worden meegenomen door luchtstromen. Wanneer de bossen in een land als Polen bloeien kan met oostelijke luchtstroming veel pollen van Dennen en Sparren naar onze streken worden gevoerd en hier zorgen voor pollendekens.
Kruiden die allergeen pollen afgeven aan de lucht zijn eveneens waar te nemen: Zuringen en Smalle weegbree zullen verder de hele lente en zomer in bloei blijven, waardoor het pollen van deze kruiden ook voortdurend in de lucht zal zijn.
Neerslag wast de lucht schoon en beperkt tijdelijk de pollenafgifte, maar aan het begin van een bui komt vaak pollen mee uit de bovenlagen van de lucht en dat kan dan voor behoorlijk wat last zorgen.
